Het leven van een haar wordt gekenmerkt door een opeenvolging van fasen waarin het groeit, doorzet, terugvalt en ten slotte uitvalt.
Vandaag de dag wordt haar, naast het beeld van goede gezondheid dat het uitdraagt, beschouwd als een echt sieraad, een krachtig symbool van verleiding. Het is de kern van de esthetische bekommernissen van de vrouw, natuurlijk, maar ook van de man. We verzorgen het, we leggen het goed, we spelen met de kleur, het volume... al naar gelang de mode of onze stemming.
Maar we mogen niet vergeten dat de belangrijkste functie van het haar van fysiologische aard is: het is er om het oppervlak van de hoofdhuid te beschermen, die op zijn beurt de schedel beschermt.
We hebben tussen de 100.000 en 150.000 haren op ons hoofd. Wanneer het haar zich in de groeifase bevindt, groeit elke haar gemiddeld één centimeter per maand.
In tegenstelling tot die van andere diersoorten, zijn menselijke haarzakjes asynchroon. Dit betekent dat elke haar zich onafhankelijk van de andere ontwikkelt.
Fase na fase, uit de ene haar groeit de andere...
Ons haar wordt voortdurend vernieuwd.
Een haar verschijnt, groeit en valt dan uit volgens een haarcyclus die zich in een mensenleven ongeveer 25 keer herhaalt.
Deze cyclus bestaat uit 3 opeenvolgende fasen.